De eenzaamheid voelbaar maken

Jaap van Keulen, componist en muzikant, is van het begin af aan nauw betrokken geweest bij de voorstellingen van Toneelgroep Jan Vos. Maar de geschiedenis van Jaap en regisseur Jeroen van den Berg gaat veel verder terug.

Jaap: Op de middelbare school maakten Jeroen en ik al muziek. Ik had samen met hem en met mijn broer Herman een bandje. Na de middelbare school ging ik naar de kunstacademie in Arnhem. Jeroen deed ondertussen vervangende dienst in Amsterdam. En hij bereidde zich voor op de regie-opleiding. Tijdens die voorbereiding maakten we een muziektheatervoorstelling. HEUS heette die. Ging ik met mijn gitaar naar Amsterdam, mijn broer kwam met zijn basgitaar en dan zat Jeroen met zijn drumstel in de coulissen. Daarna maakte we nog een stuk, GRUIS. Dat brachten we samen met HEUS, als duovoorstelling. Ook op de regie-opleiding deed ik mee aan Jeroens voorstellingen. En dat ben ik blijven doen. Vanaf 1988 tot nu hebben we samen gewerkt. En de manier van werken is niet wezenlijk veranderd. Het blijft een kwestie van klooien en uitproberen.

Muziek is abstract. Het is moeilijk om over te praten. Daarom is het ook zo fijn om te werken met iemand die je al zo lang kent. Dat heb je minder woorden nodig. Ik maak geen vertellende muziek, het is filmisch, sferisch. Ik ga altijd eerst op zoek naar de sfeer die ik wil hebben. En de instrumenten die ik daarvoor wil gebruiken. Ik kies ook vaak een bepaald muziekgenre waaraan ik wil refereren. Elk genre heeft eigen klankkleur en energie. Daar spreek je het collectieve geheugen mee aan. Bij FORTUYN heb ik gekozen voor jazz. Omdat jazz past bij Rotterdam.

Het maakt veel uit of je alleen bij overgangen muziek wilt maken, of ook tijdens de scènes zelf. Dat laatste is het allermoeilijkste, want de focus moet blijven liggen bij het spel en de tekst. In dit stuk zitten een aantal mooie poëtische monologen. Dat zijn de beste gelegenheden om muziek te gebruiken. Dan kan het klinken alsof er iemand aan het woord is.

Muziek kan een tekst toegankelijker maken. Omdat muziek meteen binnenkomt en direct een emotionele laag aanspreekt. Dat betekent ook dat je er voorzichtig mee moet zijn, want door muziek kunnen woorden een andere betekenis krijgen.

Ik maak vaak underscores voor documentaires. Dan lever ik een pakket muziek aan en dan gaat de regisseur ermee aan de slag in de montage. Bij toneel doe ik dat werk zelf. Ik kijk ter plekke, tijdens de repetities, wat ik wil gebruiken en op wat voor manier. Het zijn vaak korte stukjes die ik maak, met weinig ontwikkeling. Functioneel is het. En ik gebruik geluidsfragmenten uit documentaires. Bij FORTUYN speel ik live mee. Op mijn gitaar en op een vibrafoon. Het fijne van live meedoen is dat je heel muzikaal kunt zijn bij het inzetten van muziek en het beëindigen ervan.

FORTUYN is uiteindelijk een gevoelige voorstelling. De laatste zin is ‘wat hebben we toch allemaal een dun velletje’. Er is veel humor en iedereen dendert maar door, maar ondertussen zie je eenzame mensen die er alleen voor staan. Die eenzaamheid wil ik voelbaar maken. Eerst wilde ik vooral jazzbeats up tempo gebruiken. Bij nader inzien zoek ik nu toch meer rust en melancholie. De vibrafoon is daar heel geschikt voor. Dat is zo’n betoverend geluid. Dat staat ook haaks op de hardheid die in de voorstelling zit.

Ik heb altijd ook muziek gemaakt voor dansvoorstellingen. De laatste keer was dat één groot muziekstuk dat ik van tevoren had gecomponeerd. Een echt autonoom werk. Ik wil dat in de toekomst wel vaker; op zo’n autonome manier componeren. Laatst was ik naar een voorstelling waar constant muziek was te horen tijdens de scènes, zo mooi. Dat gebeurt niet vaak, want dat is heel moeilijk. Ik ging met de componist in gesprek, ik wilde weten hoe hij dat voor elkaar had gekregen. Maar toen bleek dat de voorstelling was begonnen met zijn muziekstuk. Daarna was er pas tekst geschreven. Dat is een andere volgorde, daarom kon dat.

Op dit moment ben ik iets met Peer Wittenbols aan het ontwikkelen. Voor REVUE, het vorige project van toneelgroep Jan Vos, hebben we samen een aantal liedjes gemaakt en dat smaakte naar meer. Ook met Toneelgroep Jan Vos gaan we in de toekomst muziektheater maken. Mijn streven is dat het geen musical-achtig iets wordt met losse liedjes, maar één compositie. Met een kleine bezetting die het live uitvoert. Ik houd er niet van als het groots en showy is.