Hoe dan ook limonade

Cindy Looyé-Sinnema woont in een jaren ’70 wijk in Appingedam. Samen met vier honden, twee katten, drie kinderen, een man en veel kamerplanten. Cindy is een nieuwkomer in de politiek.
– Door Tjeerd Bischoff

Fortuyn - Toneelgroep Jan Vos

Cindy: Er was een gemeentelijke herindeling en daaraan gekoppeld werden er verkiezingen gehouden. Ik kwam op de lijst van GroenLinks, omdat ik redelijk activistisch van aard ben. Ik ben zelfs een beetje anti-politiek. Maar ik zit nu bijna één jaar in de raad van de gemeente Eemsdelta.

Veertien jaar lang heb ik in Texas gewoond. Toen ik twaalf jaar geleden terugkwam, waren de aardbevingen al aan de gang. We hebben ons huis met een enorm verlies moeten verkopen en zijn toen naar Appingedam verhuisd. Deze wijken, Opwierde Noord en Opwierde Zuid, zouden gesloopt worden en daarna zouden hier nieuwe aardbevingsbestendige huizen worden gebouwd. Maar één stukje sloegen ze over, het stukje waar wíj woonden. En dat was ook net het stukje dat niet beheerd werd door coöperaties, waardoor er geen serieus geld zat. Wij werden pas heel veel later geïnspecteerd. Vervolgens kregen we de inspectierapporten niet. En nog weer later kregen we te horen dat de rapporten zoek waren…

We hebben toen een actiegroep opgericht (#EnWijDan), alle mediakanalen opgezocht, het zo hoog mogelijk gespeeld, in de Tweede Kamer is het besproken, tot we uiteindelijk een toezegging kregen van minister Ollongren. Toen dat bereikt was, besefte ik dat als je echt iets wilt veranderen, je toch de politiek in moet. Dus toen heb ik een cursus gevolgd, Politiek Actief, waar je te horen kreeg hoe het eraan toegaat in een gemeenteraad.

Ik had me nooit aangesloten bij een politieke partij, maar ik ben een geitenwollensok in hart en nieren. Bij GroenLinks voel ik me dus goed op mijn gemak. Wat ik wil veranderen, waar ik een verschil in wil maken, is de manier waarop er over kwesties besloten wordt. Er moet meer participatie komen. Niet meer de oude mannetjes in de ivoren toren. Mensen zijn heel goed in staat om zelf beslissingen te nemen. Er wordt zoveel van hogerhand opgelegd zonder echte inspraak. De inspraak is meestal in de orde van ‘je krijgt hoe dan ook limonade door je strot gegoten, maar je mag zelf kiezen of de aardbeiensiroop van de Lidl komt of van de Albert Heijn.’

Ik had me nooit aan gesloten bij een politieke partij, maar ik ben een geitenwollensok in hart en nieren.

Er spelen hier verschillende kwesties. Ze willen hier waarschijnlijk een groot datacentrum neerzetten. We zijn nu niet meer de gasvlam van Nederland, nu mogen we het stopcontact worden. Er staan hier veel windmolens. Gaat de stroom dan straks naar zo’n datacentrum? Windmolens zijn misschien niet de eindoplossing, maar we kunnen niet wachten tot die eindoplossing er wél is. Dus ik vind het goed dat ze gebouwd worden. Maar niet tegen elke prijs. Wij hebben tegengestemd toen ze een er aantal boven op de dijk wilden neerzetten. En het moet in overleg met omwonenden. Mensen ageren tegen windmolens, maar het wordt een ander verhaal als jij aan het eind van het jaar geen energierekening krijgt. Omwonenden moeten er van profiteren en de energie moet ook in de omgeving blijven en niet naar een datacentrum gaan.

De regering is van plan de komende tijd twee kerncentrales te bouwen en wij voelen de bui al hangen. ‘Plemp het maar in het Noorden neer. Die mensen klagen hooguit twee weken en we verstaan ze toch niet’. Het blijft maar doorgaan hier. Het probleem is dat het ons allemaal overkomt, het wordt ons opgelegd en we hebben er geen profijt van.

We hebben een conservatieve gemeenteraad hier. Ik ben blij dat ik meedoe, het is interessant, ik leer veel, ik krijg ook veel nieuwe informatie. Maar het frustreert ook. Hoe langzaam alles gaat. Elk plan gaat langs zoveel mensen die er dan allemaal een plasje op moeten doen. Het hoort misschien bij het democratisch model, maar het moet toch sneller kunnen.

Ook zie ik nu hoe weinig je als inwoner in de melk te brokkelen hebt. Ook als raadslid. Voor een deel komt dat, doordat we in de oppositie zitten. Dat vind ik eigenlijk een achterhaald systeem: de coalitie die de eigen wethouders altijd steunt en de oppositie die een blok daar tegenover vormt. Dan heb je ook nog een keer de fracties waarvan iedereen hetzelfde stemt. Wij zijn tegen dat soort partijpolitiek. In onze fractie van twee leden mogen we allebei individueel stemmen. We stemmen soms ook verschillend en dan vraagt de burgemeester ‘Klopt dit wel? Is dit wel de bedoeling?’ Maar dat is zeker de bedoeling. Je zit daar op eigen last. En als je de raadzaal uitloopt wil je daarna in de spiegel kunnen kijken, omdat je naar eer en geweten gestemd hebt.

We kregen laatst een regiovisie op de jeugdzorg. Maar dat stuk was nog lang niet af, ze noemden het ook een startdocument, dus wij wilden er niet over stemmen. Als enigen. De anderen vonden ook dat er van alles aan mankeerde, maar toch stemde een meerderheid voor. Als je dat doet, dan weet je dat ze er nooit meer iets aan gaan veranderen.

Ik ben nog lerende. Ik zit in de auditcommissie, dat is spannend, want ik ben financieel niet onderlegd. Ik zit ook in twee andere commissies. Ik ben overal bij waar ik bij kan zijn. Als je maar met zijn tweeën in een fractie zit, moet je ook al het werk met zijn tweeën doen. Ik had een baan als planner bij Postnl, maar die heb ik opgezegd. Dat viel niet te combineren met het raadswerk dat mij toch wel twintig uur per week kost. Ik zie het als mijn taak om af en toe de knuppel in het hoenderhok te gooien.

Voor ik in de raad kwam, keek ik toch wel op tegen raadsleden. Nu zijn het gewoon collega’s, waarmee je praat om dingen gedaan te krijgen. Ik vind het ook leuk om de menselijke kant van de politiek te zien, hoe ze met elkaar omgaan. Met 29 raadsleden heb je te maken met 29 persoonlijkheden, die soms ook een verleden met elkaar hebben. Je staat in de politiek soms lijnrecht tegenover elkaar. En deze 29 raadsleden hebben ook allemaal contacten en bijvoorbeeld werk of bedrijven in de gemeente. Dat speelt allemaal mee in de afwegingen die je maakt. Het zou eigenlijk geen plek moeten hebben in de besluitvorming, maar dat heeft het natuurlijk wel. Sinds ik in de raad zit, begrijp ik veel beter waarom er zoveel misgaat in Nederland. Vroeger als ik naar de radio luisterde, dan dacht ik vaak ‘Hoe kan dit in godsnaam?’. Maar nu kijk ik er minder van op.

Het leuke van lokale politiek is dat je dicht bij de mensen staat. Als er iets langskomt waarover gestemd moet worden, dan gaan we langs bij de mensen voor wie het direct speelt. Zodat je een ander perspectief krijgt, naast dat van jezelf.

Er gebeurt veel dat niet bedacht is vanuit het belang van de inwoners. Politici maken keuzen vóór de bewoners, niet mét de bewoners. Ze zeggen dan ‘Ja, we hebben al zo vaak inspraakavonden georganiseerd, maar de mensen komen niet opdagen’. Maar de buurman zegt ‘De eerste drie meetings was ik er, maar er wordt niet naar je geluisterd. Ze doen toch wat ze al in hun hoofd hadden.’ Participatie mag geen kreet zijn. Als je het geen waarde geeft, dan zijn mensen er heel snel zat van.

Het probleem is dat het ons allemaal overkomt, het wordt ons opgelegd en we hebben er geen profijt van.

Op lokaal niveau moet participatie te realiseren zijn. Als er iets besloten moet worden, dat betrekking heeft op een bepaald dorp, dat je dan naar dat dorp toegaat: ‘Alsjeblieft, zeg het maar. Het is jullie dorp, jullie keuze. En als je niet gaat stemmen, heb je ook geen invloed’.

Ik ben ook voor burgerraden. ‘Ah’ zeggen ze dan, ‘Daar heb je GroenLinks weer, de bomenmeisjes.’ Zo noemen ze ons. Groen-Links is een kleine partij hier, we hebben geen grote achterban. Toch geloven wij erin om de mensen meer te betrekken, al zullen er dan besluiten worden genomen die haaks staan op wat wijzelf vinden.

Hoe er met de Groningers is omgegaan, is om te huilen. Mensonterend. Ik ben hier in mijn eigen huis wel eens bedreigd door iemand van het CVW (Centrum Veilig Wonen), omdat ik geen handtekening wou zetten onder hun voorstel. En dan ben ik goedgebekt, maar als je een alleenstaande oude vrouw bent…

Sinds ik in de raad zit, begrijp ik veel beter waarom er zoveel misgaat in Nederland.

Er is zo’n grote kloof tussen de mensen die hier hun boodschappen doen en Den Haag. Dat voelt niet eens meer als mensen die iets met elkaar te maken hebben. Nu wordt er toch weer meer gas opgepompt vanwege verplichtingen aan Duitsland. Ik begrijp wel waarom die mogelijkheid nooit eerder genoemd is. Destijds wilden ze zoveel mogelijk onder de versterkingsoperatie uit zien te komen, dus ze zeiden dat ze de kraan dicht gingen draaien, behalve als er een hele koude winter zou zijn. In dat verhaal paste het niet om te vertellen dat ze ook nog verplichtingen elders hadden waar ze niet onderuit konden.

Soms zou ik willen dat de Groningers wat activistischer waren. Gooi Groningen maar eens echt dicht. En tegelijk kun je je hart vasthouden, want als ze echt actie gaan voeren, dan krijg je ze niet gemakkelijk weer in het gareel.