In gesprek met de makers over WIND

Op het ministerie van Economische Zaken wordt een plan beraamd om tegen de wil van een provincie in een groot windpark neer te zetten in een bevolkingsarm gebied in Nederland. Een juridisch expert sputtert tegen, maar wordt hardhandig de mond gesnoerd. In het dorp Burgerveen zien we vervolgens hoe de gemoederen hoog oplopen als de beloofde inspraak een wassen neus blijkt te zijn. Jeroen en Tjeerd: ‘Wind is een verhaal over onmacht en wantrouwen.’

Wat bracht jullie op het idee om aan dit project te beginnen?
Tjeerd: Toen wij in 2018 in Groningen en Drenthe onze voorstelling Gas speelden, waren er berichten over grimmige acties in de Veenkoloniën als protest tegen de komst van windmolens. Er werd onder andere asbest gegooid op de akkers waar de windmolens zouden verrijzen. Ik vroeg mij af hoe dit mogelijk was, omdat duurzame energie toch de mogelijkheid biedt om van het gas af te komen. De energietransitie is sowieso noodzakelijk, maar ik had verwacht dat de noordelingen hier vanwege die reden extra sympathiek tegenover zouden staan. Ik was nieuwsgierig wat hier aan de hand was en dat was het begin van een onderzoek. Jeroen: Ik reed rond in de buurt van Nieuw-Buinen, op zoek naar een locatie waar we Mansholt konden spelen, en ik was gechoqueerd door de gigantische hoogte van de windmolens die daar stonden. Een onmenselijke maat. En als je dan bedenkt dat dit ook het gebied is waar de turf is gewonnen, even verderop het gas, dan kun je je goed voorstellen dat dit niet zonder slag of stoot zijn beslag kon krijgen.

Waar gaat de voorstelling over?
Jeroen: Het vertelt het verhaal van een dorp dat geconfronteerd wordt met een onontkoombaar gegeven. In het begin van het proces hebben de bewoners nog de indruk dat er volop de mogelijkheid is om inspraak te hebben, maar langzaamaan komen ze erachter dat dat niet het geval is. En niemand is aanspreekbaar. De eerste scène heet ‘met de rug tegen de muur’. Daarin zien we hoe op het ministerie van Economische Zaken iedereen krampachtig probeert de vastgestelde targets te halen wat betreft de CO2-uitstoot. Er is niet sprake van een visie of een overtuiging van waaruit mensen hun verantwoordelijkheid nemen. Er wordt domweg uitgevoerd. Een belangrijk thema in het stuk is onmacht. Dat begint bij de overheid, maar daarna zien we de onmacht bij de burgers, omdat ze met hun ongenoegen nergens terecht kunnen. Tjeerd: Voor mij is een belangrijk thema de fragmentarisering van de samenleving. Die ook een gevolg is van die onmacht. Mensen vertrouwen de overheid niet, vertrouwen elkaar niet. Ze proberen elkaar wel te bereiken, maar dat lukt niet en dat leidt tot ontsporing. Tot geweld. Jeroen: Iedereen staat alleen. Ze proberen wel iets gemeenschappelijks te doen, maar dat lukt niet. Uiteindelijk worden ze allemaal op zichzelf teruggeworpen. Het is een eenzaam stuk.

Waarom noemen jullie het dan toch een komedie?
Jeroen: We moeten er zelf hard om lachen. Het is wat dat betreft een ander stuk dan Mansholt. Tjeerd: De halsstarrigheid waarmee de personages doorgaan op hun eigen spoor, maakt ze ook grappig. Jeroen: We zien de personages met een zekere afstand en daardoor ontdekken we hun blinde vlekken. Het is soms ook niet realistisch. Er is een scène over een overspannen burgemeester, waarin we zijn gedachtes horen. We weten al dat hij totaal geen illusies heeft over het hele proces, hij ergert zich wild aan iedereen, maar vervolgens zien we wel hoe hij op een inspraakavond keurige gesprekjes voert.

Wat gaan we te zien en te horen krijgen? Wat wordt de sfeer van het geheel?
Jeroen: Met Grond hebben we voor het eerst livemuziek gemaakt op het toneel. Jaap van Keulen, de componist en muzikant, werd met zijn muziek een medespeler. En dat is een richting die we met Wind verder willen onderzoeken. De acteurs zingen ook. Muziek is een hele directe manier van communiceren en dat voegt iets wezenlijks toe aan de scenes. De muziek vertegenwoordigt in Wind voor mij het noodlot, het onontkoombare. Tjeerd: De vorm van het stuk is anders dan anders, omdat je in iedere scène een nieuw personage volgt. En daarmee verschilt de sfeer van de scenes. De ene scène is vooral schrijnend, de andere is meer lachwekkend. Het verschuift naar gelang met wie je meeleeft en meekijkt. Jeroen: Het stuk is chronologisch in de zin dat het, het ontstaan van een windpark beschrijft, vanaf de plannen tot de bouw van de windmolens, maar per scène krijg je een ander perspectief.

Wat voegt het spelen op locatie toe?
Jeroen: Wij vinden het mooi om een verhaal te vertellen midden in de werkelijkheid. We staan in het daglicht en we zien het donker worden. Er is altijd een wisselwerking met de omgeving. En we brengen de voorstelling bij dorpen waar dit onderwerp speelt, waar al windmolens staan of misschien komen te staan. Tjeerd: Het prettige van op locatie spelen is dat we de mensen ontvangen op onze eigen plek, in onze eigen tent. Dat maakt het heel dichtbij, er is makkelijk contact tussen ons en het publiek. Jeroen: En op die manier komen we vanzelf weer nieuwe verhalen tegen die inspiratie bieden voor volgende projecten.

Waarom houden jullie één keer per week een talkshow bij de voorstelling?
Tjeerd: We willen steeds de verbinding leggen met de realiteit buiten het toneel. De voorstelling is niet een eindpunt. Onze gasten moeten daarop kunnen reageren, of er iets aan toevoegen. Tijdens de research heeft het me vaak verbijsterd wat de mensen allemaal overkomen is. De rücksichtloosheid waarmee dingen zijn uitgerold. Ik vind het heel belangrijk om in de talkshows te onderzoeken hoe een energietransitie plaats kan vinden zonder dat er over mensen heen wordt gewalst. Het is bovendien een mogelijkheid om in te gaan tegen de verkokering die ook bij de dit onderwerp optreedt. Mensen spreken over het algemeen alleen nog maar met gelijkgezinden. Bij onze talkshows ontmoeten mensen met verschillende gezichtspunten elkaar in onze tent.

Met wie maken jullie deze voorstelling?
Jeroen: Participeren in een project als dit vraagt een grote mate van betrokkenheid. Omdat je lange tijd van huis bent, elders overnacht en eet. De mensen met wie we dit doen, doen dit graag. Daarnaast zoeken we naar een speelstijl die in het hier en nu plaats vindt, die geloofwaardig is en transparant en dichtbij en ‘echt ‘, een dubbelzinnig woord als het gaat om toneel. Met deze mensen hebben we zo’n stijl ontwikkeld.

Het verhaal wordt verteld vanuit meerdere perspectieven. Is er ook een perspectief waar jullie je het meest mee identificeren?
Tjeerd: Het doel van de energietransitie is het veiligstellen van de toekomst. Het stuk eindigt met twee jonge mensen die die toekomst mee gaan maken. Voor mij is hun perspectief uiteindelijk het belangrijkste. Jeroen: Je ziet een groot verschil tussen de jonge en de oude generatie. De oude generatie houdt vast aan een manier van opereren zoals zij die geleerd hebben. Ze zoeken weliswaar de grenzen op, maar zonder het systeem zelf te veranderen. Ze lopen dus ook vast, daar zit geen perspectief. De jonge generatie probeert hen daarop aan te spreken, maar krijgt geen voet aan de grond en treedt aan het eind buiten de gevestigde orde. Je kunt je afvragen of dat een happy end is. Is het een oplossing om volledig off-grid te gaan? Duidelijk is wel dat je buiten het gangbare moet treden, om te veranderen. Wind is een pessimistisch stuk dat vooral laat zien hoe het níet moet. Het stuk eindigt ook in een bloedbad. Als je de samenwerking met je medemens kwijtraakt, ben je aan de wolven overgeleverd.