Boeren in beweging, meereizende tentoonstelling bij MANSHOLT

Boeren in beweging

Bij de voorstelling is straks een tentoonstelling te bezichtigen. Voor deze tentoonstelling reisde Tjeerd Bischoff (de schrijver van het stuk Mansholt) door het land en interviewde een tiental boeren en boerinnen over hun leven en hun bedrijf en hoe dat in de afgelopen decennia veranderd is. Naar aanleiding van wat hij onderweg meemaakte, schreef hij het volgende.

Samen met Marcel Faber die foto’s maakt voor onze tentoonstelling, reis ik acht dagen door Nederland en spreek met een aantal agrariërs. De meesten ken ik, omdat we bij hen op erf te gast waren met eerdere voorstellingen. Vlak voor ik op reis ga en in mij auto stap, heb ik Theunis Piersma aan de telefoon, een wetenschapper gespecialiseerd in de ethologie van trekvogels. Hij vertelt mij hoe ongerust hij is over de vergiftiging van de natuur. Met name de neo-nicotoiden zijn schrikbarend effectief. Zelfs in gebieden waar de omstandigheden voor de weidevogels schijnbaar ideaal zijn is het gewicht van de jonge vogels veel lager dan vroeger. En dat komt door de enorme afname van de hoeveelheid insecten, volgens Piersma.

Als ik de vervolgens door Nederland rijd, kan ik het niet nalaten te letten op de lege luchten. De hoeveelheid vogels in de lucht is bedroevend. Wat kraaien, af en toe een meeuw, een buizerd en heel soms een verdwaalde kievit. Marcel brengt in herinnering hoe vroeger na een eind rijden je autoruit altijd vol zat met dode insecten. Ja, die omslag in de landbouw waar al zo lang over gepraat wordt, moet heel snel plaats gaan vinden…

Maar gaandeweg de reis, raak ik ook opnieuw doordrongen van de moeilijke positie waarin veel boeren zich bevinden. De torenhoge verwachtingen en eisen van de kant van de maatschappij, terwijl de meeste burgers als ze eenmaal in de supermarkt zijn beland, weinig last meer hebben van hun principes en domweg het goedkoopste product in hun wagentje knikkeren. De biologische verkoop stagneert al jaren op 4% van de totale verkoop. “Als jullie echt biologische producten willen, koop ze en dan zullen wij ze heus leveren”, hoor ik keer op keer.

En wat ik ook steeds weer hoor zijn klachten over het onbetrouwbare zigzagbeleid van de overheid. Waardoor ieder plan dat een boer maakt per definitie een enorme gok is. En dan hebben we het nog niet over de idioot lage prijzen, waarbij de boeren een rendement halen van een schamele 1.5 % en de handel een rendement van 24 %. En over de tijd die het kost om een omslag te maken. “Een boer is eerder een olietanker dan een speedboot”, zoals één van onze gesprekspartners zegt.

Steeds komen we bij de mensen thuis. We zitten in keukens met babies, kinderen, echtgenoten,  opa’s en oma’s, zonen die bezig zijn het bedrijf over te nemen. Boerderijen zijn familiebedrijven die vaak al generaties in bezit zijn en er wordt niet alleen gewerkt, er wordt geleefd, gebaard, gestorven en bemind. Het werk van een boer(in) is nauw verweven met zijn hele bestaan en is niet vergelijkbaar met een gewoon beroep of een gewone baan. Als een burger zijn baan verliest kan dat heel erg zijn, maar voor een boer staat meteen zijn hele existentie op het spel. Bijna niemand wil stoppen en als ze dat toch doen, dan is dat een crime. Zoals één van de boeren zei: als ik ook maar één cel in mijn lichaam kon vinden die erover dacht om te stoppen, dan zou ik het doen, maar ik kan die cel niet vinden.

Zonder iets af te doen aan de noodzaak om tot omslag te komen in de manier waarop ons voedsel geproduceerd wordt, hoop ik dat we met ons project alle agrariërs een hart onder de riem steken. Want zij zijn maar één kant van het verhaal en hun positie is niet benijdenswaardig.

De meest opwekkende zin kwam van een jonge boerin. Haar levensmotto heeft zij ontleend aan Pippi Langkous: ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan’. Dat lijkt mij een goed uitgangspunt voor de tijd waarin wij leven.

Beeld: mfaber.photos