Afscheid van de mooiste baan

Ayfer Koç groeide op in een christelijk gezin dat aanvankelijk woonde in Mardin, in het zuid-oosten van Turkije. Vanwege de toekomst van hun kinderen besloten haar ouders naar Nederland te vluchten. Ayfer studeerde bestuurskunde en was van 2010 tot nu gemeenteraadslid en fractieleider van het CDA in Enschede. We spreken elkaar via Zoom.
Door Tjeerd Bischoff

Ayfer: Bij ons thuis werd eigenlijk nooit over politieke kwesties gesproken. Op de middelbare school werd ik er door de leraar geschiedenis op gewezen dat je voor 25 gulden een gecombineerd abonnement kon krijgen op een aantal tijdschriften tegelijk die schreven over de actualiteit. Dat droeg enorm bij aan mijn algemene ontwikkeling en het zorgde ervoor dat ik kennis maakte met allerlei maatschappelijke vraagstukken. Tijdens mijn studie bestuurskunde raakte ik serieus geïnteresseerd in de politiek. Het CDA sprak mij aan, vanwege de waarden waarvoor ze staan en het normatieve kader: barmhartigheid, solidariteit, rentmeesterschap, gemeenschapszin, gespreide verantwoordelijkheid en gerechtigheid.

Ik werd lid van de jongerenafdeling, heb in het CDA-bestuur gezeten, was campagneleider. Ik heb ook meegeschreven aan het verkiezingsprogramma voor de Tweede Kamerverkiezingen. Ondertussen werkte ik als ambtenaar voor de gemeente Enschede. Toen ik stopte met dat werk en begon als zelfstandige kon ik kandidaat worden voor de gemeenteraadsverkiezingen. Wat mij dreef was het gevoel dat ik iets terug wilde doen voor de gemeenschap, vanwege de manier waarop wij ooit zijn opgevangen toen we hier aankwamen.

Lid zijn van de gemeenteraad is één van de leukste banen die er bestaan, omdat je met alle delen van de samenleving in aanraking komt.

Het is in de politiek nooit zo dat je kunt zeggen ‘dit en dit heb ik bereikt’. Omdat het altijd gemeenschappelijk werk is. Alles wat er bereikt wordt, gebeurt in onderlinge samenwerking. Ik kan wel dingen aanwijzen, maar dan doe ik anderen te kort. Bovendien krijg je een portefeuille en dan is het je opdracht om daarbinnen bepaalde zaken voor elkaar te krijgen.

Lid zijn van de gemeenteraad is één van de leukste banen die er bestaan, omdat je met alle delen van de samenleving in aanraking komt: heel veel verschillende mensen, bedrijven en organisaties. Het ene moment ben je in gesprek met een ondernemer, dan kom je thuis bij iemand die moeite heeft rond te komen, vervolgens ga je naar de opening van een nieuw theater. Je komt zowel de meest vrolijke zaken tegen, als de meest treurige. Dat laatste is voor mij de belangrijkste trigger, dat je echt iets voor mensen kunt betekenen. En daarom vind ik het ook zo moeilijk dat ik binnenkort afscheid moet nemen.

Dat komt omdat ik kritisch ben geworden op de landelijke lijn van het CDA. Daar wordt je in een campagne toch op aangesproken, ook als je er geen aandeel in hebt. Ik kon er niet tegen hoe er op landelijk niveau met elkaar wordt omgegaan. Dat druist in tegen mijn principes. (Ayfer is getrouwd met het vermaarde parlementslid Pieter Omzigt).

Armoede is voor mij een belangrijk onderwerp. Als je thuis komt bij mensen in moeilijke situaties, bij gezinnen die rond moeten komen van vijftig euro per week, dan wil je daar iets aan doen. Mijn ouders hebben ook armoede gekend. Toen zij vanuit Turkije hier kwamen als vluchteling, met vijf kinderen maar zonder kinderbijslag, hebben zij jarenlang van een uitkering geleefd. Terwijl ze heel graag wilden werken, maar niet mochten. Ik kan me daardoor gemakkelijk inleven in mensen die in armoede leven. Op gemeentelijk niveau kun je daar soms nog een beetje bij helpen, maar het blijft een hardnekkig probleem.

Ook heb ik me ingezet voor de lokale ondernemers. Onder andere met een campagne die de mensen oproept te kopen bij lokale ondernemers. Mensen onderschatten het effect van het shoppen op internet. Zo’n bolpuntcom betaalt geen cent belasting, maar concurreert wel de mensen weg die geworteld zijn in de eigen streek.

Ik had ook cultuur in mijn portefeuille. Het belang van die sector was voor mij echt een ontdekking. Hoe verbindend kunst kan zijn en hoe blij het mensen kan maken. Wij als samenleving kunnen echt niet zonder. Daarbij heeft het ook economisch een enorm positief effect.

De eerste maanden, jaren, dat je in de raad zit zijn best heftig. Je hebt nog geen affiniteit met het werk, de onderwerpen zijn complex. Een goed raadslid zijn, vraagt vakmanschap. Je moet je dossiers goed kennen en pas als je die kennis verwerft, wordt het werk echt leuk. In grote lijnen kwam het werk wel overeen met wat ik verwacht had, maar wat me soms tegenviel was hoe sommige mensen handelden binnen de raad. Elkaar dingen niet kunnen gunnen, elkaars ideeën kapen, haantje de voorste willen zijn. Rattengedrag soms. Ik heb daarvan geleerd om dicht bij mijzelf te blijven en niet andermans gedrag te gaan kopiëren. Niet meedoen aan politieke spelletjes, je hebt als politicus ook een voorbeeldfunctie.

Wat me soms tegenviel was hoe sommige mensen handelden binnen de raad. Elkaar dingen niet kunnen gunnen, elkaars ideeën kapen, haantje de voorste willen zijn.

Wat ik onderschat heb, is hoeveel tijd dit werk kost. Er staat zestien uur voor, maar het kostte mij soms vier á vijf dagen in de week. Je moet zoveel stukken lezen, zoveel afstemmen met andere partijen. Tot op het allerlaatste moment weet je vaak niet of je plan het gaat redden. Het kost je soms ook je weekenden en dat is stressvol.

Niet dat ik vind dat dit werk beter gehonoreerd moet worden. Want het is ook goed dat je er ander werk naast doet, waardoor je geworteld bent in de maatschappij. Bovendien loop je anders het risico dat je vooral carrièrejagers trekt. Wat ik wél nodig vind is dat raadsleden meer ondersteuning krijgen en dat er geld komt om onderzoek te laten doen. Dat komt ten goede aan de democratie. Hoe meer mogelijkheden om te controleren, hoe beter wij ons werk kunnen doen.

Ons werk bestaat uit drie taken: controlerend, kaderstellend, en volksvertegenwoordigend. Alle drie zijn belangrijk en alle drie deed ik graag. Ik ben een dossiervreter, maar ook een volksvertegenwoordiger die lijnen uitzet. Kaderstellend was bijvoorbeeld een initiatiefvoorstel, samen met drie andere partijen, om iets te doen tegen de laaggeletterdheid. In Enschede is 28% van de bevolking laaggeletterd. Dat heeft onder andere te maken met de sociaaleconomische structuur. Na het imploderen van de textielindustrie raakten veel gezinnen afhankelijk van een uitkering. Een groot deel van deze groep is door allerlei omstandigheden helaas niet uit deze situatie gekomen waardoor dit van generatie op generatie doorgegeven werd.

Naast het eigenlijke werk ben ik ook fractievoorzitter. Dat betekent een club bij elkaar houden die je niet zelf gekozen hebt, en die elkaar ook niet gekozen hebben. Hoe zorg je dat deze mensen een team worden? Dat is een uitdaging.

De dynamiek van dit werk is bijzonder. Het is bevredigend om dingen in gang te kunnen zetten. En de gemeenteraad is de baas, zij is het hoogste orgaan, niet het college van B&W. Je kunt over ontzettend veel zaken beslissingen nemen. Waar ik mij zorgen over maak, is dat er een trend is om de bevoegdheden van de lokale politiek steeds meer in te perken. Dat komt onder andere door de decentralisatie. Die vraagt om regionale samenwerking, waardoor wij als gemeente er geen of weinig grip meer op hebben. Wie er dan wel grip op heeft, is onduidelijk. Dat geldt bijvoorbeeld voor de jeugdzorg. Maar je zag het ook bij het coronabeleid. Allerlei beslissingen werden neergelegd bij de Veiligheidsregio. Wij als lokale bestuurders hadden er niets over te zeggen.

Buiten de raad kan het heel vriendelijk, zelfs vriendschappelijk zijn. In de raadzaal kan er het vaak hard aan toegaan. Ikzelf kan ook heel scherp zijn.

Ankie Broekers-Knol (demissionair staatssecretaris van Justitie en Veiligheid) heeft kort geleden via een bestuurlijke aanwijzing vijf gemeenten aangewezen voor noodopvang, waaronder Enschede. Het gaat me nu even niet om noodopvang zelf, maar om het instrument waarmee ze de lokale politiek buitenspel zet. Dat is een zwaar middel en daar moet je voorzichtig mee zijn (een paar dagen later blijkt na Kamervragen van Pieter Omzigt dat er voor deze opdracht vanuit het ministerie geen juridische grondslag was. En dat het ministerie dit wist, maar desondanks deed alsof die grondslag wel degelijk bestond).

Van dit werk leer je veel over je medemens en ook over jezelf. Politiek gaat uiteindelijk over relaties, over verbindingen leggen en wat je elkaar gunt. Als er iets misgaat, ga ik altijd bij mijzelf te rade: wat is mijn rol daarin geweest? Wat had ik beter kunnen doen. Je bouwt een relatie op met collega’s. Buiten de raad kan het heel vriendelijk, zelfs vriendschappelijk zijn. In de raadzaal kan er het vaak hard aan toegaan. Ikzelf kan ook heel scherp zijn.

Later bel ik haar om nog een vraag te stellen over haar ervaringen uit de tijd dat zij als kind in Nederland aankwam, maar Ayfer heeft geen zin daarover te vertellen. Dat heeft zij al zo vaak gedaan. Hoewel ik het jammer vind, kan ik het goed begrijpen. Op een gegeven moment wil je dat de aandacht van de wereld uitgaat naar de inhoud van je werk en niet naar je bijzondere verleden. En bij haar is daar ook alle reden toe. In 2018 werd zij genomineerd als één van de tien beste gemeenteraadsleden van Nederland. In 2019 werd zij door het SIVE (Stichting Intercultureel Vrouwencentrum Enschede) genomineerd als meest inspirerende vrouw van Enschede. In 2021 kreeg zij van het Woman Economic Forum de prijs als meest inspirerende vrouw van het jaar. Zij deelde de prijs met de minister van Economische Zaken van Cyprus.